013 463 35 33

info@vanboekel.nl

Ringbaan-West 306

5025 VB Tilburg

Deel dit bericht via e-mail

Update Advieswijzer Bedrijfsoverdracht van het familiebedrijf

Belastingclaims bij bedrijfsoverdracht

Bij de overdracht van een IB-onderneming moet u rekening houden met belastingclaims. Inkomstenbelasting is aan de orde als de overdrager bij de bedrijfsoverdracht fiscale winst realiseert. Dat is het geval als de onderneming wordt verkocht voor meer dan de fiscale boekwaarde. De overdrager realiseert dan stille reserves in vermogensbestanddelen en/of goodwill in de onderneming. Daarover betaalt de overdrager het progressieve belastingtarief in box 1.

Wordt een onderneming verkocht met een onroerende zaak (bedrijfspand) op de balans? Dan moet de overnemer waarschijnlijk overdrachtsbelasting betalen. Bij verkoop van aandelen in een bv is dat niet altijd het geval. Daarnaast is er mogelijk, onder voorwaarden, een vrijstelling van toepassing. Die komt verderop aan bod. Schenkt de overdrager de onderneming of verkoopt hij de onderneming voor een te laag bedrag? Dan moet de overnemer schenkbelasting betalen. Er zijn vrijstellingen en betalingsregelingen, maar daarvoor gelden voorwaarden. Die worden hierna kort besproken.

Is sprake van rechtstreekse overdracht van aandelen in een bv door een dga en is de verkoopprijs hoger dan de verkrijgingsprijs van de aandelen? Dan geniet de overdrager een boekwinst (ofwel: vervreemdingsvoordeel) en dus inkomen uit aanmerkelijk belang. Daarover moet hij in 2024 33% (tot € 67.000 en bij fiscale partners tot € 134.000 is dat 24,5%) belasting betalen in box 2.

Bedrijfsopvolging persoonlijke onderneming (inkomstenbelasting)

Een beste manier om inkomstenbelasting te besparen bij bedrijfsoverdracht van een persoonlijke onderneming is er niet. Het hangt af van de omstandigheden. Kijkend naar het familiebedrijf zal vaak sprake zijn van een bekende die het bedrijf overneemt: de zoon of dochter of aangetrouwde familie. Om gebruik te kunnen maken van fiscale faciliteiten, moet het wel iemand zijn die al in het bedrijf meewerkt of al als ondernemer betrokken is. Er kan dan worden gekozen tussen afrekenen of doorschuiven.

Afrekenen

Afrekenen betekent dat de bedrijfsoverdrager het bedrijf verkoopt, de stakingswinst opgeeft aan de Belastingdienst en daarover belasting betaalt. Hij mag € 3.630 stakingsaftrek van deze stakingswinst aftrekken als deze € 3.630 of hoger bedraagt. De mkb-winstvrijstelling van 13,31% is ook in het stakingsjaar van toepassing. Houd er wel rekening mee dat deze aftrek in 2024 slechts plaatsvindt tegen ten hoogste het belastingtarief van 36,97%. Of de bedrijfsoverdrager daadwerkelijk inkomstenbelasting betaalt, hangt ook af van de omvang van zijn gewone jaarwinst, stakingswinst, de stakingslijfrentepremieaftrek.

Onverrekende verliezen of stakingslijfrente

In de inkomstenbelasting kan een verlies worden verrekend met de inkomsten van de drie voorafgaande jaren en de negen volgende kalenderjaren. Afrekenen in plaats van doorschuiven bij bedrijfsoverdracht kan fiscaal voordelig zijn als de bedrijfsoverdrager nog onverrekende verliezen heeft die hij kan verrekenen met de stakingswinst. Als de bedrijfsoverdrager de stakingswinst kan omzetten in een lijfrente, kan dat ook een reden zijn om te kiezen voor afrekenen.

De bedrijfsoverdrager betaalt op het moment van de bedrijfsoverdracht dan geen (of veel minder) inkomstenbelasting over de stakingswinst, terwijl de bedrijfsopvolger kan afschrijven over de hogere werkelijke waarde van de onderneming in plaats van over de overgenomen fiscale boekwaarde. Ook heeft de bedrijfsopvolger dan investeringsaftrek en mag hij – als hij starter is – willekeurig afschrijven.

Doorschuiven

Doorschuiven betekent dat de bedrijfsoverdrager het bedrijf verkoopt en dat de bedrijfsopvolger de inkomstenbelastingclaim van de bedrijfsoverdrager overneemt. De waarde van het bedrijf wordt op hetzelfde bedrag bepaald als bij de variant van afrekenen, maar de (contante waarde van de) overgedragen inkomstenbelastingclaim komt er nog op in mindering. Deze variant heet doorschuiven, omdat de bedrijfsopvolger in deze variant voor de onderneming in zijn fiscale winstaangifte de fiscale boekwaarde van de overgenomen onderneming hanteert.

De bedrijfsopvolger neemt de fiscale boekwaarde over en gaat na het doorschuiven afschrijven zoals de overdrager dat deed. Hij geniet dus geen afschrijvingsvoordeel. Zijn fiscale winst ten opzichte van de variant ‘afrekenen’ zal dus hoger zijn. Hij heeft geen recht op willekeurige afschrijving en als hij binnen drie jaar staakt, heeft hij geen recht op stakingsaftrek.

Doorschuiving moet daarom ‘passen’ bij de personen van de bedrijfsoverdrager en bedrijfsovernemer. Of u nou kiest voor afrekenen of doorschuiven, er zijn veel voorwaarden aan verbonden waar u rekening mee moet houden. Voor een afgewogen beslissing overlegt u met een van onze adviseurs.

Firma als opvolgingsinstrument van persoonlijke onderneming

Als u uw persoonlijke onderneming liever niet in één keer overdraagt, maar de bedrijfsopvolging wilt blijven begeleiden of zelfs betrokken wilt blijven, dan kunt u dat doen met een firma (vof) of cv. Bij de laatste variant kunt u beherend vennoot blijven (‘op de bok’) of op de achtergrond als commanditair vennoot (‘geldschieter’).

Uw bedrijfsopvolger wordt vennoot in de firma en u spreekt een winstverdeling af die past bij ieders vermogensinbreng. Daarnaast kunt u samen een arbeidsbeloning vóór winstverdeling afspreken op grond van de arbeidsinbreng. Vervolgens kunt u uw aandeel in de firma overdragen aan uw bedrijfsopvolger, in één keer of in fasen.

Samenwerkingsovereenkomst

Zorg ervoor dat u de afspraken over bedrijfsopvolging vastlegt in een samenwerkingsovereenkomst. Met afspraken over de toedeling van het vermogen regelt u dat de onderneming bij verbreking van de samenwerking kan worden voortgezet door de bedrijfsopvolger. Deze afspraken worden wel voortzettings-, verblijvens-, toescheidings- of overnemingsbedingen genoemd. Kern van deze bedingen is dat in de samenwerkingsovereenkomst afspraken worden gemaakt over de voortzetting van de onderneming en het ondernemingsgebonden vermogen bij uittreden van een van de firmanten.

Tevens legt u vast wat het ingebrachte vermogen van eenieder is. Als u bijvoorbeeld wilt dat het bedrijfspand niet overgaat, kunt u dit niet inbrengen en tot uw buitenvennootschappelijk ondernemingsvermogen rekenen. De stille reserves in het pand blijven aan u voorbehouden en u gaat het bedrijfspand verhuren aan de vof.

Bedrijfsopvolging bv (inkomstenbelasting)

Heeft u een onderneming in de vorm van één enkele bv, realiseert u zich dan dat bij overdracht van de aandelen een vervreemdingsvoordeel ontstaat. Dat is het verschil tussen de verkrijgingsprijs van uw aandelen en de verkoopprijs of waarde bij overdracht van de aandelen. U betaalt over dat verschil in 2024 33% (tot € 67.000 en bij fiscale partners tot € 134.000 is dat 24,5%) inkomstenbelasting in box 2.

Ook als u de aandelen schenkt of voor een lagere dan zakelijke prijs verkoopt, wordt de vervreemdingswinst berekend over de volle waarde van de aandelen. In zo’n geval kan, indien en voor zover binnen de bv sprake is van ondernemingsvermogen, onder voorwaarden en op verzoek een doorschuiving van de inkomstenbelasting claim plaatsvinden. De schenker rekent dan niet af en de verkrijger neemt de oorspronkelijke verkrijgingsprijs over. Dit wordt ook wel de doorschuifregeling of DSR genoemd. De doorschuifregeling voor de inkomstenbelastingclaim van aandelen (ook wel DSR ab) mag alleen toegepast worden op ondernemingsvermogen en niet op beleggingsvermogen.

Een van de voorwaarden voor de DSR ab is in 2024 nog dat de verkrijger gedurende minimaal 36 maanden voorafgaand aan de overdracht van de aandelen in dienstbetrekking is van de bv. Deze voorwaarde, ook wel de dienstbetrekkingseis genoemd, komt met ingang van 1 januari 2025 te vervallen. Daarvoor in de plaats komt vanaf 2025 wel de voorwaarde dat de verkrijger op het moment van schenken minimaal 21 jaar oud moet zijn.

Holdingstructuur

Om belastingheffing over het vervreemdingsvoordeel bij overdracht te voorkomen, kiezen de meeste ondernemers niet voor één bv maar voor een holdingstructuur. Heeft u namelijk een holding die de aandelen van de werk-bv houdt, dan hoeft de holding over de overdrachtswinst op de aandelen van de werk-bv niet af te rekenen. Dat komt door de deelnemingsvrijstelling. De ontvangen verkoopprijs van de aandelen kan de holding ter belegging blijven aanhouden. Pas bij uitkering door de holding aan u als aandeelhouder moet u over het dividend inkomstenbelasting betalen. In 2024 is dat tot € 67.000 en bij fiscale partners tot € 134.000 24,5% inkomstenbelasting in box 2. Voor zover het dividend hoger is, is dat 33% inkomstenbelasting in box 2.

Bedrijfsopvolging met onroerende zaken – overdrachtsbelasting

Gaan er bij de bedrijfsoverdracht van uw persoonlijke onderneming of van uw onderneming in de bv in de vorm van de overdracht van de activa en passiva één of meer onroerende zaken over, let dan op de gevolgen voor de overdrachtsbelasting. De bedrijfsopvolger die de onroerende zaken overneemt, moet 10,4% overdrachtsbelasting betalen over de waarde van de overgenomen onroerende zaken. Er zijn bij bedrijfsoverdracht echter enkele vrijstellingen voor de overdrachtsbelasting.

Vrijstellingen overdrachtsbelasting

Bij bedrijfsoverdracht van een persoonlijke onderneming in de familiesfeer geldt onder voorwaarden een vrijstelling voor de overdrachtsbelasting. Dat is het geval bij bedrijfsoverdracht aan kinderen, kleinkinderen, broers, zusters of echtgenoten van deze personen. Het moet gaan om de overdracht (en voortzetting) van de gehele onderneming, al dan niet in fasen. De onroerende zaak moet dienstbaar zijn aan de onderneming.

Gaat de bedrijfsoverdrager een samenwerkingsverband aan met zijn bedrijfsopvolger, dan geldt onder voorwaarden een overdrachtsbelastingvrijstelling voor de inbreng van de onderneming met onroerende zaken in het samenwerkingsverband. Bij de verdeling van het vermogen van een samenwerkingsverband geldt een overdrachtsbelastingvrijstelling voor de toedeling van de onroerende zaak aan de oorspronkelijke inbrengers, als de onroerende zaak vrijgesteld van overdrachtsbelasting was ingebracht.

Onroerendezaakrechtspersoon

Overdrachtsbelasting kan ook aan de orde zijn bij de overdracht van aandelen in een bv die een zogenaamde onroerendezaakrechtspersoon is. Van een onroerendezaakrechtspersoon is kort omschreven sprake als de bezittingen voor meer dan 50% bestaan uit onroerende zaken, voor minimaal 30% uit Nederlandse onroerende zaken en de onroerende zaken moeten voor 70% of meer dienstbaar zijn aan het verkrijgen, vervreemden of exploiteren van onroerende zaken. Kort gezegd moet de verkrijger van aandelen in een onroerendezaakrechtspersoon overdrachtsbelasting betalen over de waarde van de onroerende zaken , als hij ten minste een derde aandelenbelang heeft vóór of na de verkrijging van de aandelen.

Bedrijfsopvolgingsregeling schenk- en erfbelasting

De bedrijfsopvolgingsregeling, ook wel BOR< in de Successiewet is van toepassing bij het schenken van het vermogen van een persoonlijke onderneming (zoals een eenmanszaak, firma- of cv-aandeel) én bij aanmerkelijkbelangaandelen in een actieve bv. Om hiervan gebruik te maken, moet u bij de Belastingdienst een verzoek indienen. Dat doet u in de aangifte schenkbelasting , die u indient binnen twee maanden na het jaar waarin u de onderneming of aandelen overgedragen heeft gekregen.

Vrijstelling

De BOR-vrijstelling wordt toegepast op de goingconcernwaarde. Als de liquidatiewaarde hoger is dan de goingconcernwaarde, dan is het verschil tussen de liquidatiewaarde en de goingconcernwaarde volledig vrijgesteld. Dat geldt bijvoorbeeld voor kapitaalintensieve bedrijven met een relatief laag rendement. De goingconcernwaarde is in 2024 100% vrijgesteld tot een bedrag van € 1.325.253, daarboven geldt een vrijstelling van 83%.

Deze wijziging betekent dat het misschien aantrekkelijker is om in 2024 te schenken dan in 2025 of andersom. Maar let op, vanaf 2025 vinden nog meer wijzigingen plaats die wellicht tot een andere beslissing leiden. Ook zijn nog andere wijzingen vanaf 2025 én 2026 aangekondigd.

Betalingsregeling

Is de goingconcernwaarde hoger dan de vrijstelling, dan kan de verkrijger kiezen voor tien jaar rentedragend uitstel van betaling van de schenkbelasting over de belaste waarde.

Bezitseis en voortzettingseis

De schenker moet de onderneming op het moment van de schenking ten minste vijf jaar zelf hebben gedreven (bezitseis) en de voortzetter moet de onderneming minstens vijf jaar voortzetten (voorzettingseis). Bij schenking van aandelen moeten deze vijf jaar tot het aanmerkelijk belang van de schenker hebben behoord. Voldoet de voortzetter niet aan de voortzettingseis, dan moet hij alsnog schenkbelasting betalen over de verkregen onderneming.

Ondernemingsvermogen

De vrijstelling voor de schenk- en erfbelasting geldt alleen voor het ondernemingsvermogen. Bij een persoonlijke onderneming is dat het vermogen van de onderneming zoals dat op de balans mag staan. Het gaat hierbij om zogenaamd verplicht ondernemingsvermogen of vermogen waarbij u mag kiezen om dit op uw balans te zetten of dit als privé te etiketteren. Vermogen waarbij u die keuze niet heeft, zoals duurzaam beleggingsvermogen telt niet mee, want dat mag u niet op de ondernemingsbalans zetten maar moet u als privé etiketteren.

Ook bij bv’s is de vrijstelling beperkt tot het ‘echte’ ondernemingsvermogen in de bv. Wat echt ondernemingsvermogen is wordt bepaald alsof het vermogen van een persoonlijke onderneming is. Zoals hiervoor beschreven is dus. In de bv mag u daarnaast nog het beleggingsvermogen voor een waarde van 5%tot het ondernemingsvermogen rekenen. Dit wordt de doelmatigheidsmarge genoemd.

Om in aanmerking te komen voor de doorschuifregeling bij schenken en erven van aandelen (DSR ab) en de BOR bij schenken en erven van aandelen moet de schenker of erflater een aanmerkelijk belang hebben in de bv (kort omschreven: ten minste 5% van het geplaatste aandelenkapitaal). 

Bij een holdingstructuur kan het ondernemingsvermogen geconsolideerd worden beoordeeld. Dat houdt in dat het ondernemingsvermogen van de werk-bv aan de holding kan worden toegerekend, waardoor de vrijstelling toch van toepassing is bij schenking van de aandelen van de holding. De uiteindelijke aandeelhouder moet dan wel een indirect aanmerkelijk belang (ten minste 5%) in de werk-bv hebben.

Wijzigingen ondernemingsvermogen BOR en DSR ab vanaf 1 januari 2024

Zoals aangegeven, geldt de vrijstelling van de BOR en de DSR ab alleen voor ondernemingsvermogen. Verhuurd vastgoed leidde in de praktijk altijd tot een discussie met de Belastingdienst of dit ondernemingsvermogen was of beleggingsvermogen. Aan deze discussie is per 1 januari 2024 een einde gekomen. Vastgoed dat aan derden wordt verhuurd of ter beschikking gesteld, valt met ingang van 1 januari 2024 niet meer onder de BOR en de DSR ab, omdat het in de wet is aangewezen als beleggingsvermogen.

Terbeschikkingstellingsregeling (TBS)

Ook op het ter beschikking gestelde vermogen kan de vrijstelling van de bedrijfsopvolgingsregeling van toepassing zijn. Verhuurt u bijvoorbeeld als directeur-grootaandeelhouder een pand aan uw bv en schenkt u het pand en de aandelen aan uw opvolger, dan is op het pand en de aandelen deze vrijstelling van toepassing. Let wel, dat de BOR hierop alleen van toepassing is als het ter beschikking gestelde pand dienstbaar is aan de onderneming van de bv.

Tot slot

Start tijdig met de fiscale voorbereiding van de bedrijfsoverdracht. Reken zeker op een voorbereidingsperiode van zo’n vijf tot zeven jaar. Neem voor het overwegen van de beste opties contact met ons op.

Disclaimer
Hoewel bij de samenstelling van deze Advieswijzer de uiterste zorg is nagestreefd, wordt geen aansprakelijkheid aanvaard voor onvolledigheden of onjuistheden. Vanwege het brede en algemene karakter van de Advieswijzer, is deze niet bedoeld om alle informatie te verschaffen die noodzakelijk is voor het nemen van financiële beslissingen.

In verband met Hemelvaart zijn wij donderdag 9 mei en vrijdag 10 mei gesloten. Wij zijn maandag 13 mei weer volledig bereikbaar.